Goed is niet altijd goed genoeg

Bestaanszekerheid houdt de gemoederen bezig. En terecht. Bestaanszekerheid wordt gebruikt als het gaat om financiële bestaanszekerheid, maar wordt ook breder ingezet, waarbij ook wonen, werken, zorg en klimaat worden bedoeld. Het SCP ziet zelfs een relatie met een tekort aan andere hulpbronnen als een netwerk, fysieke en mentale gezondheid en vaardigheden om mee te kunnen komen in de moderne samenleving.
Personeelstekorten en grote opgaves

Grondrecht en voorwaarde voor fijne samenleving

Het leiden van een menswaardig bestaan is een grondrecht (artikel 20 va de Grondwet). Voor ieder individueel, maar ook voor de samenleving als geheel (toegegeven, dat is niet wat de Grondwet bedoelt, maar in een column kan ik wat dichterlijke vrijheid nemen). De samenleving wordt er echt leuker van als iedereen voldoende geld heeft voor onderdak, voldoende eten, kleding en andere noodzakelijke kosten van bestaan. Als mensen een woning hebben en mee kunnen doen omdat ze ondersteuning krijgen bij de razendsnelle digitale ontwikkelingen. Als mensen een netwerk hebben dat ze kan steunen. Dat is in de eerste plaats fijn voor die mensen zelf en in de tweede plaats voor alle andere mensen in onze samenleving.

Goede voorouder

We zullen bestaanszekerheid dus in de volle breedte moeten aanvliegen willen we echt het welbevinden van iedereen vergroten. Als je toch beleid aan het maken bent, dan is het mooi om rekening te houden met alle stakeholders: de mensen voor wie bestaanszekerheid in het geding is, voor de directe omgeving (mogelijke mantelzorgers, omwonenden, familie en vrienden) en voor de (achter)kleinkinderen van al deze mensen. Zodat we er als een goede voorouder nu al op voor kunnen sorteren dat onze kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen nieuwe vraagstukken kunnen oplossen, omdat de bestaanszekerheid in de brede zin van het woord op orde is. Mooi vooruitzicht toch?

Tot die tijd gaan we voor de 10

De vraagstukken die spelen rondom bestaanszekerheid zijn niet morgen opgelost. Gelukkig kunnen we een aantal dingen al wel doen. Bijvoorbeeld faciliteren dat mensen op zijn minst gebruik kunnen maken van de regelingen die we hebben om de financiële bestaanszekerheid op orde te krijgen. Stimulansz en Nibud hebben samen BerekenUwRecht ontwikkeld. We gaan daarbij echt voor de 10 als het gaat om nauwkeurigheid van de berekeningen, ook al vraagt dat een enorme hoeveelheid denkwerk. Om precies te berekenen waar iemand recht op heeft, moeten we alle informatie hebben waar dat recht op wordt gebaseerd. Dat is als gevolg van de verschillende regelingen vaak complexe informatie. Alleen al het begrip ‘inkomen’ wordt verschillend uitgelegd voor verschillende wetten, binnen de wet (bijvoorbeeld tussen algemene bijstand en bijzondere bijstand), tussen gemeenten (beleidsvrijheid) en binnen gemeenten (voor de verschillende soorten bijzondere bijstand kunnen andere definities gelden). Telt een auto mee bij het vermogen en zo ja wanneer (jonger dan 7, 10, 15 of XX jaar, waarde hoger dan een specifiek bedrag)? Welk percentage van het sociaal minimum telt mee? Wat doen we met giften, schadevergoeding en wanneer laten we inkomsten (uit arbeid, alimentatie, pensioen, jonggehandicaptenkorting) vrij? En zo zijn er nog heel veel vragen te stellen.

Ongeveer goed bestaat niet

Omdat veel van deze regelingen een harde aftoppingsgrens hebben, staat ongeveer goed gelijk aan fout. Een inkomen van een paar euro hoger of lager dan de maximale grens kan het verschil maken op wel of geen recht op die betreffende regeling. De mensen die gebruik zouden moeten kunnen maken van deze regelingen zijn financieel kwetsbaar. Als die het advies krijgen dat er geen recht bestaat, terwijl dat recht er feitelijk wel is, dan vragen ze wellicht ten onrechte niet aan. En dat scheelt ze heel veel geld dat ze goed kunnen gebruiken. Maar ook andersom, als je hoort dat je van allerlei regelingen gebruik kunt maken en dat blijkt niet te kunnen, dan kan dat voor financiële problemen zorgen als je daar wel op had gerekend. Daarom nemen wij de berekeningen uiterst serieus en verwerken we al deze vraagstukken in BerekenUwRecht. Daarbij gaan we voor de 10, omdat ongeveer goed gewoon niet goed genoeg is. Is dat makkelijk? Nee. Er is veel rekenwerk aan de achterkant nodig en dat willen we doen met zo min mogelijk vragen aan de voorkant. Maar in deze situatie is bijna goed geen optie.

Tot slot

Bestaanszekerheid is een belangrijk onderwerp waarvan ik hoop dat het komende jaren nog echt op de agenda blijft staan. Tot die tijd doen we wat al mogelijk is. Eén van die zaken is het inzichtelijk maken op welke regelingen iemand recht heeft. Bestaanszekerheid is een grondrecht en de bodem onder een prettige samenleving. Concessies op dat vlak zijn pennywise, poundfoolish. Dus wij gaan ervoor!

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Mr. Evelien Meester helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

Een elektrische fiets als re-integratievoorziening Pw naar werk?

Een inwoner die al jaren bijstand ontvangt, heeft na een intensief begeleidingstraject zicht op werk. De verwachting is dat deze inwoner duurzaam uit zal stromen. De inwoner heeft een medische beperking en in verband daarmee hulp nodig om naar het werk te gaan. Een elektrische fiets lijkt de goedkoopst passende oplossing. Zo nodig wil de inwoner de kosten wel terugbetalen. Kan de gemeente zo’n fiets als re-integratievoorziening faciliteren?

Loopt maatwerk bij jouw gemeente in de pas of is het de vreemde eend in de bijt?

Maatwerk in het sociaal domein is het proces van besluitvorming, waarbij je komt tot een oplossing op maat voor het individu. Als het goed is, pas je dit proces toe op iedere inwoner die met een vraag komt.

De morele ondergrens van de ambtenaar

‘Ambtenaar heeft morele ondergrens nodig’, zo kopte een artikel uit Binnenlands Bestuur naar aanleiding van een LinkedIn bericht van Erik Pool, programmadirecteur Dialoog en Ethiek. Dit artikel belicht een dilemma waar veel ambtenaren mee worstelen: hoe kun je je inhoudelijk uitspreken zonder politiek te worden? In het specifieke geval gaat het om het Israël/Gaza-dossier, een complex vraagstuk dat velen bezighoudt. Maar ook bij kleinere, meer persoonlijke kwesties rijst deze vraag. Hoe ga je daarmee om?