Participatiewet in balans is geen toverformule tegen alle hardvochtigheden

In juni 2022 verscheen het rapport Participatiewet in balans. Hierin werden het strenge vangnetkarakter en de strikte regels over terugvordering en boetes als enkele van de oorzaken genoemd waardoor de Participatiewet hardvochtig kan worden uitgevoerd. Om deze oorzaken deels weg te nemen, heeft de regering het wetsvoorstel Participatiewet in balans ingediend. Daarnaast is het Wetsvoorstel handhaving sociale zekerheid in voorbereiding. Ook is de Centrale Raad besluiten op grond van de Participatiewet meer aan het evenredigheidsbeginsel gaan toetsen. Zal hierdoor een hardvochtige handhaving van de Participatiewet tot het verleden gaan behoren?
Participatiewet in balans is geen toverformule tegen alle hardvochtigheden

Veranderingen in vogelvlucht

In het wetsvoorstel Participatiewet in balans staat onder andere een soepeler vangnet met meer ruimte om giften en bijdragen van derden, zoals boodschappen, vrij te laten. Ook relevant is het automatisch verrekenen van inkomen. In het wetsvoorstel handhaving sociale zekerheid komt een terugkijkperiode tot maximaal 5 en in bepaalde gevallen 10 jaar. Ook krijgen gemeenten meer ruimte om een waarschuwing in plaats van een boete op te leggen en om een schuld na 5 jaar weer kwijt te schelden.

 

Een aantal gerechtelijke uitspraken zijn ook van belang voor de handhaving. In de uitspraak van 13 december 2022 oordeelde de Centrale Raad dat een volledige terugvordering in verband verzwegen vermogen achterwege moet blijven als die het reparatoire karakter te buiten gaat; dan zou die terugvordering onevenredig zijn. Van groot belang is de verruiming van de mogelijkheid om wegens dringende redenen (deels) van terugvordering af te zien. Dat heeft met name gevolgen als de gemeente traag op signalen heeft gereageerd . Voor de praktijk is mede relevant dat er geen sprake is van schending van de inlichtingenplicht als betrokkene bijvoorbeeld een melding aan de werkconsulent heeft gedaan in plaats van aan de inkomensconsulent.

De scherpste kantjes zijn eraf, maar…

Bovenstaande wijzigingen geven gemeenten meer ruimte om in de naleving van de Participatiewet rekening te houden met de omstandigheden van het geval en zo hardvochtigheden weg te nemen. Toch kan de uitvoering van de Participatiewet hard blijven uitpakken, omdat er op een aantal punten in de Participatiewet weinig verandert, zoals:

  1. De inlichtingenplicht in artikel 17, lid 1 Pw. De hoofdregel blijft dat betrokkene verplicht is melding te maken van alle feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor het recht op bijstand.
  2. Verplichte herziening/intrekking en terugvordering van bijstand na schending van de inlichtingenplicht (artikel 54 lid 3, 1e volzin en 58 lid 1 Pw).
  3. Geldleningen worden – anders dan giften – niet vrijgelaten, ook niet als dit uit het oogpunt van bijstandverlening verantwoord zou zijn.
  4. Verwervingskosten worden niet in mindering gebracht op inkomsten bij gokken, maar ook niet bij andere activiteiten.
  5. De gemeente is niet wettelijk verplicht zich in te spannen om de bijstand zo veel mogelijk op basis van een schatting of veronderstelling vast te stellen als betrokkene op geld waardeerbare activiteiten verricht heeft.
  6. Opbrengsten uit hobbymatige activiteiten en particuliere handel in huisraad blijven alleen buiten beschouwing als er sprake is geweest van incidentele verkoop. De gemeente kan de opbrengst dus niet verdergaand vrijlaten als dat uit het oogpunt van de bijstandsverlening aanvaardbaar zou zijn.
  7. De gemeente is niet verplicht om wegens doelmatigheidsredenen geheel of deels af te zien van terugvordering van bijstand als dit bijvoorbeeld de re-integratie van betrokkene aantoonbaar frustreert.
  8. Het vergisrecht zoals dat door de regering wordt voorgesteld is beperkt. Betrokkenen krijgen wel een redelijke termijn om op eigen initiatief een vergissing te herstellen zonder dat daar een boete op volgt. Dit geldt echter niet voor de terugvordering.

Wat kunnen gemeenten doen?

De Centrale Raad oordeelde op 10 december 2024 dat een terugvordering van € 7.500 niet bij voorbaat onevenredig is. Ondanks de voorgestelde wetswijzigingen en de ontwikkelingen in de rechtspraak kan betrokkene met een forse terugvordering te maken blijven krijgen. Ook als er geen sprake is geweest van opzettelijke fraude. De ontwikkelingen in de afgelopen jaren nemen dat niet vanzelf weg. Gemeenten moeten bij de handhaving van de Participatiewet alert blijven. Dat kan door een empathische uitvoering waarbij oog is voor beperkingen in het doenvermogen bij bijstandsgerechtigden en door een preventieve aanpak deel uit te laten maken van de handhaving.

Ontdek tijdens de training Participatiewet in balans voor uitvoerders hoe de nieuwe wet straks jouw werk vereenvoudigt en versterkt, met meer ruimte voor de menselijke maat.

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Mark Husen helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

Eén loket voor elke vraag: van het ‘wie’ naar het ‘hoe’

Ik loop al sinds 2004 mee in het sociaal domein. Het is de kunst om dan professioneel nieuwsgierig te blijven en met een open blik te kijken naar hoe we dingen doen zonder die als vanzelfsprekend te beschouwen. Juist door anders te kijken ontstaat ruimte voor verwondering en verwondering geeft ruimte voor verbetering. Een van die zaken waar ik me over verwonder is de vraag ‘wie moet iets oplossen’.

Kan een inburgeraar na 1,5 jaar nog van leerroute wisselen?

Gemeenten krijgen regelmatig te maken met inburgeraars voor wie de gekozen leerroute toch niet passend blijkt. Wat als die mismatch pas na 1,5 jaar aan het licht komt? In deze blog lees je welke ruimte gemeenten dan hebben om alsnog te schakelen.

Een elektrische fiets als re-integratievoorziening Pw naar werk?

Een inwoner die al jaren bijstand ontvangt, heeft na een intensief begeleidingstraject zicht op werk. De verwachting is dat deze inwoner duurzaam uit zal stromen. De inwoner heeft een medische beperking en in verband daarmee hulp nodig om naar het werk te gaan. Een elektrische fiets lijkt de goedkoopst passende oplossing. Zo nodig wil de inwoner de kosten wel terugbetalen. Kan de gemeente zo’n fiets als re-integratievoorziening faciliteren?