Waarschijnlijk is dat gekomen omdat Mo niet is meegegaan naar het Blijf-van-mijn-lijfhuis. Zijn dossier is daarom gekoppeld aan dat van zijn vader en niet aan dat van zijn moeder. Zijn vader is ongewenst vreemdeling verklaard vanwege criminele activiteiten. Tegen het besluit van de IND jegens Mo is beroep ingesteld. Mo woont immers al zijn hele leven in Nederland en met zijn vader heeft hij niks te maken. De stress van de dreigende uitzetting doet Mo geen goed. Mo krijgt psychologische begeleiding en de hulpverleners zijn bang dat hij zichzelf iets aandoet. Zijn mbo-opleiding heeft hij in het laatste jaar afgebroken. Door het ontbreken van een verblijfsvergunning kan Mo bovendien niet werken.
Hadia is de moeder van Mo en heeft een bijstandsuitkering. Omdat Mo bij haar staat ingeschreven en 22 jaar is, heeft zij te maken met de kostendelersnorm. De uitkering van Hadia wordt daarom met ongeveer 1 300,– per maand gekort. Dit betekent dat er na het betalen van de vaste lasten geen geld over is om boodschappen te kunnen doen, terwijl Hadia ook nog twee dochters (van zestien en zeventien jaar) heeft die ze moet onderhouden.
Hadia is bang dat als ze haar zoon uitschrijft hij geen enkele kans meer maakt om zijn beroep te winnen tegen de IND. Hij verblijft dan immers niet meer officieel in Nederland. Bovendien is het fraude als ze hem uitschrijft en hij ondertussen gewoon bij haar blijft wonen. Ze moet haar zoon dus niet alleen uitschrijven, maar ook wegsturen.
Dat kan met onze juridische kennisbank Inzicht Sociaal Domein