Ambtseed
Pool legt de link met de nieuwe ambtseed, waarin enkele belangrijke verschillen zichtbaar zijn ten opzichte van de oude versie. Vooral de nadruk op de dienstbaarheid aan het algemeen belang in plaats van enkel het uitvoeren van opgedragen taken is cruciaal. Op basis van deze nieuwe richtlijnen zou je, zo stelt Pool, een opdracht kunnen weigeren, maar niet uit persoonlijke overwegingen. Het bekritiseerde beleid moet dan in strijd zijn met wetten of verdragen. En weigeren mag alleen na gedegen analyse en morele oordeelsvorming binnen de ambtelijke organisatie.
Methodisch moreel werken
Deze wijze van inhoudelijk uitspreken zonder politiek te worden verenigt moreel besef met methodisch werken; een gouden combinatie die helderheid biedt in de discussie tussen a) het uitvoeren van opgedragen taken en b) het hanteren van eigen normen en waarden. Morele vraagstukken worden zo een integraal onderdeel van de werkzaamheden en worden losgekoppeld van subjectieve meningen. Dit vereist in de eerste plaats goede feitenkennis – zonder juiste feiten is een goede afweging onmogelijk – en logisch redeneren volgens een vaste methode en inzicht in de wet- en regelgeving.
En mijn eigen opvatting dan?
Speelt je eigen opvatting over goed en kwaad dan geen rol meer? Zeker wel, maar op een ander niveau. Het is goed om te onderzoeken of de waarden van de organisatie waar je voor werkt aansluiten bij jouw persoonlijke waarden. Is dat niet het geval, dan kun je je afvragen of de baan niet te veel van je gaat vragen, omdat je mogelijk in een morele spagaat terecht komt. Sluiten de waarden wel aan, dan geeft dat minder spanning. Toch kan je soms een onderbuikgevoel hebben dat er iets niet klopt of deugt. Dat gevoel kan een goede aanwijzing zijn dat er iets niet goed zit, maar is op zichzelf niet voldoende om een besluit op te baseren. Daarvoor is meer nodig.
Waar te beginnen?
Om te beginnen helpt het om inzichtelijk te hebben welke waarden jouw organisatie belangrijk vindt en welke waarden er onder de wetgeving ligt die je uitvoert. Daarmee heb je een mooie basis om een morele afweging te maken.
Vijf tips voor een morele afweging
- Een eerste stap kan zijn het in kaart brengen van de kernwaarden van jouw organisatie en van de wetten die je uitvoert. Dit biedt een stevige basis voor het maken van morele afwegingen en helpt ambtenaren om beter om te gaan met de complexe vraagstukken waarmee ze dagelijks te maken hebben.
- De tweede stap is deze waarden ‘laden’. Wat verstaan wij onder de waarden en wat betekent dat in de praktijk? Door aan de hand van concrete casuïstiek dat soort vragen te bespreken komt vaak boven water dat hier heel verschillende opvattingen over bestaan. Dat levert interessante gesprekken op waarmee je als afdeling echt verder komt.
- Door in beleid of werkinstructies vast te leggen hoe professionals kunnen handelen als zich een moreel dilemma voordoet, nodig je ze echt uit om zich uit te spreken. Dat zal echt even tijd nodig hebben voor dit goed is ingebed. Het vraagt dan ook om stimuleren en gezamenlijk leren.
- Ook als dit in beleid of werkinstructies is vastgelegd, kan dit tot vragen leiden bij medewerkers. Wat wordt nu van mij verwacht en wanneer? Het in kaart brengen en bespreken van onderliggende waarden is een mooi begin, maar vervolgens is ook handelingsperspectief nodig. Wat doen mensen bij twijfel? Waar kunnen ze terecht? Is er rugdekking als ze een inschattingsfout maken? Het gaat hier om heel praktische vragen. Wanneer leggen ze hun dilemma voor aan een collega, een teamleider, een afdelingshoofd, een kwaliteitsmedewerker? En als ze toch een inschattingsfout maken, wat gebeurt er dan?
- Tot slot is het goed om te evalueren. Welke vraagstukken zijn op tafel gekomen? Wat is de uitkomst, is er wat gewijzigd en zo ja, wat en waarom? Door dat inzichtelijk te maken komt het gesprek steeds beter op gang.
De politiek bepaalt en de ambtenaar houdt het bestuur scherp op eventuele blinde vlekken. Daar wordt het beleid beter van.