Uitgespeeld: Gokken en bijstand

Over gokken en bijstand is veel te doen. Gokken wordt gezien als een ‘activiteit gericht op het verwerven van inkomsten’. Daarmee valt het niet melden van ‘gokactiviteiten’ onder het schenden van de inlichtingenplicht.

Het schenden van de inlichtingenplicht maakt terugvordering (nu nog) verplicht. Omdat gokkers doorgaans geen administratie bijhouden, werd over de hele maand waarin aannemelijk was gemaakt dat er gegokt was, de bijstand ingetrokken.

Uiteindelijk ging dit volledig terugvorderen van de bijstand de rechtbank Rotterdam te ver. Deze rechtbank bedacht een vuistregel. Die houdt in dat, bij een gebrek aan administratie, de inleg even hoog is als de opbrengst. Op die manier wordt niet meer een hele maand aan bijstand teruggevorderd, maar ‘enkel’ de ingelegde bedragen. De Centrale Raad van Beroep heeft deze vuistregel geaccordeerd. Met uitleg erbij: de vuistregel komt voort uit de Marktscan 2022 van de Kansspelautoriteit. De Centrale Raad maakt hieruit op dat gemiddeld genomen de ontvangen bedragen niet hoger zullen zijn dan 100% van de ingelegde bedragen. Dit maakt de vuistregel beter te plaatsen. Maar ik kijk graag naar het begin. Hoe zit het met een ‘activiteit gericht op het verwerven van inkomsten’?

Een gokje wagen?

Wanneer is sprake van ‘gokactiviteiten’? Volgens de uitspraak van 9 maart 2021 van de Centrale Raad van Beroep is dat wanneer er meerdere keren per maand pinopnames in een casino worden gedaan. Of, in de woorden van de Centrale Raad, bij een ‘gokinstelling’. Dus een enkele keer meedoen aan een loterij of een keertje eten in een casino valt hier niet onder. Sluitend is deze redenering natuurlijk niet, bijvoorbeeld wanneer er met contant geld gegokt wordt. Enkel de onwetenden die pinnen, zullen de klos zijn.

Activiteit gericht op het verwerven van inkomsten

Dat gokken valt onder de definitie ‘activiteit gericht op het verwerven van inkomsten’ is eigenlijk vreemd. Zolang iemand het niet meerdere keren per maand doet, is het (kennelijk) gewoon tijdverdrijf. Maar gebeurt het vaker, dan is gokken gericht op inkomsten? Terwijl uit de Marktscan 2022 van de Kansspelautoriteit naar voren komt, dat de inleg ongeveer gelijk aan de opbrengst is. Het lijkt wat dat betreft meer op een piramidespel. Áls je wint, ga je met andermans inleg naar huis.

Natuurlijk is de opbrengst van het gokken van belang voor het recht op bijstand. Maar de verschuiving naar gokken als een op inkomstengerichte activiteit is wel heel kort door de bocht. Hier ligt een nuance die bij het vaststellen van de vuistregel verloren is gegaan.

Verslavend!

Gokken, of dat nou online is of ‘fysiek’, kan heel verslavend zijn. En juist wanneer iemand verslaafd is, zal hij het vaker per maand doen. Ook wanneer de gokverslaving bekend is, ontslaat dit iemand niet van de inlichtingenplicht. Het lijkt alsof de Centrale Raad een gokverslaving niet zo serieus neemt. Maar een Gambling Disorder (gokstoornis) is wel degelijk opgenomen in het handboek van de psychiatrie, de DSM-V. Naast genetische factoren, spelen omgevingsfactoren mee bij hoe gevoelig iemand is voor een gokverslaving. Problemen (om van weg te vluchten) kunnen kwetsbaar maken voor een verslaving. Maatschappelijke factoren zijn bijvoorbeeld moeilijkheden met (het vinden van) werk en een beperkt sociaal netwerk. Bij ‘gokactiviteiten’ komen stoffen in de hersenen vrij, waar je aan verslaafd kunt raken. Net zoals bij andere verslavingen moet iemand steeds meer gebruiken/doen om hetzelfde effect te bereiken. En dan wordt het problematisch.

Is de winst vrij te besteden?

Uit diverse uitspraken blijkt dat de Raad ervan uitgaat dat de opbrengst van gokken vrij te besteden is en aangewend kan worden voor levensonderhoud. Gelet op bovenstaande is dat in het geval van een verslaving maar zeer de vraag. Dat het opnieuw inleggen dan voor ‘rekening en risico’ van betrokkene komt, is wel cru en houdt geen rekening met diens doenvermogen.

Voor verwervingskosten is geen grondslag in de Participatiewet

Behalve bij beleid voor een zelfstandige op bescheiden schaal, is voor verwervingskosten geen grondslag in de Participatiewet. Dat iemand een gokverslaving heeft maakt hem niet een kleine zelfstandige. De kosten van een lijntje coke of methadon zullen ook nooit als verwervingskosten worden gezien, bij een gokverslaving de inleg als verwervingskosten zien is dan ook vreemd. Mijn punt is dat bij een vermoeden van verslaving diegene ook zo behandeld moet worden en niet als een inlichtingenplicht-schendende fraudeur. Beter is het naar de juiste hulpverleningsinstanties te verwijzen. Ga het gesprek aan.

Module Inkomen

Met de module Inkomen heeft u alle benodigde vakinformatie direct en online bij de hand. Vertaald naar de praktijk en geschreven in helder Nederlands. Deze module is onderdeel van de online kennisbank Inzicht Sociaal Domein. 

Pagina delen op socials

Meer weten over dit onderwerp?

Hanneke Willemsen helpt je graag verder.

Nieuwsbrief Sociaal Domein

Binnen 5 minuten op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein? Meld u aan voor onze gratis nieuwsbrief. Met onder andere blogs van experts, interessante whitepapers en toelichting op wet- en regelgeving.

Andere bekeken ook

Een elektrische fiets als re-integratievoorziening Pw naar werk?

Een inwoner die al jaren bijstand ontvangt, heeft na een intensief begeleidingstraject zicht op werk. De verwachting is dat deze inwoner duurzaam uit zal stromen. De inwoner heeft een medische beperking en in verband daarmee hulp nodig om naar het werk te gaan. Een elektrische fiets lijkt de goedkoopst passende oplossing. Zo nodig wil de inwoner de kosten wel terugbetalen. Kan de gemeente zo’n fiets als re-integratievoorziening faciliteren?

Loopt maatwerk bij jouw gemeente in de pas of is het de vreemde eend in de bijt?

Maatwerk in het sociaal domein is het proces van besluitvorming, waarbij je komt tot een oplossing op maat voor het individu. Als het goed is, pas je dit proces toe op iedere inwoner die met een vraag komt.

De morele ondergrens van de ambtenaar

‘Ambtenaar heeft morele ondergrens nodig’, zo kopte een artikel uit Binnenlands Bestuur naar aanleiding van een LinkedIn bericht van Erik Pool, programmadirecteur Dialoog en Ethiek. Dit artikel belicht een dilemma waar veel ambtenaren mee worstelen: hoe kun je je inhoudelijk uitspreken zonder politiek te worden? In het specifieke geval gaat het om het Israël/Gaza-dossier, een complex vraagstuk dat velen bezighoudt. Maar ook bij kleinere, meer persoonlijke kwesties rijst deze vraag. Hoe ga je daarmee om?